Curaçao alleen zon, zee, strand? Think again! Het eiland is ongelooflijk divers en er zijn talloze Curaçao bezienswaardigheden om te zien tijdens je bezoek aan het eiland. Er is zoveel te doen, zoveel te zien en te beleven; ik woonde er vijf jaar en durf dus wel te stellen dat ik een kenner ben. En hoewel er steeds veel verandert, blijft er heus ook veel hetzelfde. Ik verzamelde 70(+1) bezienswaardigheden Curaçao en ze staan allemaal in deze blog.

 

Leestijd: 20 minuten.

 

 

 

CURAÇAO BEZIENSWAARDIGHEDEN

70(+1) Curaçao tips en hoogtepunten in deze complete Curaçao guide

Het kostte me weliswaar even wat tijd om dit artikel te schrijven, maar niet om zeventig bezienswaardigheden op Curaçao te bedenken. Ze popten zo allemaal in me op. Wel wil ik even beginnen met een disclaimer; doordat er geregeld wat verandert op het eiland zijn sommige bezienswaardigheden misschien niet altijd actueel. Ik noem bijvoorbeeld een paar restaurants die écht de moeite waard zijn, maar ik kan niet garanderen dat ze open zijn wanneer jij op het eiland bent.

Lees ook: Auto huren op Curaçao: een paar dingen om te weten

 

WAT TE DOEN OP CURAÇAO

Curaçao tips, mooiste plekken en hoogtepunten

Curaçao heeft maar een oppervlakte van 444km² en dan zou je misschien niet verwachten dat er veel te doen, zien en beleven is, maar dat is er toch wel echt. De zuidkust wordt overladen met de mooiste stranden, terwijl de noordkust gekenmerkt wordt door rotsen en onstuimige zee. Het landschap is soms maanachtig, op sommige plekken droog en woestijnachtig en elders ook best groen. Er zijn zelfs bergen.

Maar naast die natuur is de cultuur van de Curaçaose bevolking nog veel diverser. Er wonen ongeveer 160.000 mensen op het eiland met meer dan 100 nationaliteiten. Curaçao heeft een enerverende geschiedenis van slavernij, kolonisatie en armoede wat het eiland heeft gemaakt tot wat het vandaag de dag is. Als je op Curaçao bent, dompel je dan onder in alle heerlijkheden van het eiland en dat kan op deze zeventig +1 bezienswaardigheden Curaçao. Dit is je complete Curaçao gids.

 

 

Hoe lees je deze Curaçao guide het best?

Dit artikel is vrij groot (9000 woorden!) en je wilt misschien niet alles lezen. Ik heb het artikel opgedeeld in vijf sessies: stranden, Willemstad, de oostkust, de westkust en overige bezienswaardigheden. De sessies vind je terug in de inhoudsopgave hierboven. Behalve de eerste is iedere sessie opgedeeld in maximaal 25 bezienswaardigheden. Elke sessie heeft een eigen inhoudsopgave om zo gemakkelijk door het artikel te navigeren.

 

1. Stranden en sunsets van Curaçao

Ook al is er dus veel meer te doen dan op het strand liggen, toch begin ik met de stranden als mooiste bezienswaardigheden op Curaçao. Een bezoek aan Curaçao zonder strand is als een slagroomtaart zonder slagroom; het zou nergens op slaan. En eerlijk is eerlijk, de meeste mensen komen naar Curaçao voor zon, zee en strand en zeker als je uit een land als Nederland komt is dat zwaar begrijpelijk. Op Curaçao is het namelijk altijd zomer en dus kun je het hele jaar door genieten van alle prachtige stranden.

Er zijn er in totaal bijna veertig, verdeeld over heel het eiland; de mooiste en meest authentieke liggen op Banda Bao aan de westkust terwijl de commerciële stranden juist in het oosten liggen. Ook al heeft het eiland nog veel meer te bieden, Curaçao is een slice of paradise en dat komt voornamelijk door de prachtige stranden.

Lees ook:

→ Slices of paradise: de 10 mooiste stranden van Curaçao

→ Let’s go to Kokomo, het leukste strand van Curaçao!

Mambo Beach

 

WILLEMSTAD E.O.

Op Curaçao zeggen we niet dat we naar Willemstad gaan; we gaan óf naar Punda óf naar Otrobanda. De binnenstad van Willemstad ligt aan de Sint Annabaai en ontstond lang geleden in Punda, maar groeide al snel uit z’n voegen waardoor er aan de overkant (otro banda) van de baai verder werd gebouwd. De twee stadsdelen worden verbonden door twee bruggen en er zijn talloze bezienswaardigheden in de stad. Maar ook de ‘suburbs’ buiten het centrum zijn meer dan een bezoekje waard.

 

Inhoud:

 

 

2. Punda

Punda is het oudste deel van de binnenstad van Willemstad en is vooral bekend om de Handelskade, forten en pleinen. Punda ontstond in de tijd van de West Indische Compagnie in de zeventiende eeuw en is uiteindelijk uitgegroeid tot een iconisch deel van het eiland. Ik schreef een apart artikel over de iconische plekken van dit historische deel van Curaçao.

Lees ook: 14x prachtig en iconisch Punda op Curaçao

 

3. Handelskade

De Handelskade van Curaçao staat in Punda en op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De kade is bijzonder charmant en staat parmantig langs de St. Annabaai te pronken met al z’n kleuren. Vroeger was de kade een echte handelskade, maar nu is ie vooral de trekpleister voor het winkelend publiek van Punda. Mooiste gebouw van de Handelskade is de iconische gele beauty aan het begin (of eind) van de rij: het Penha-gebouw. Het heeft zelfs een aparte vermelding op de lijst van UNESCO.Handelskade Curaçao

 

4. Pontjesbrug (Koningin Emmabrug)

De pontjesbrug is de brug die Otrobanda en Punda met elkaar verbindt en gaat dwars over de Sint Annabaai. De brug ligt op het water en wordt daarom een drijvende brug genoemd (floating bridge). Als er schepen via de baai richting het Schottegat willen gaat de pontjesbrug open en varen de ferry’s over. De pontjesbrug is alleen voor voetgangers en dus niet voor auto’s.Pontjesbrug

 

5.  Julianabrug

De Julianabrug is de hoge brug die ook over de St. Annabaai gaat, is meer dan vijftig meter(!) hoog en is juist bedoeld voor gemotoriseerd verkeer. Hij bestaat pas sinds 1974, is gebouwd om de pontjesbrug te ontlasten. De brug is onderdeel van de Schottegatweg, de ringweg die om het Schottegat loopt en afslagen heeft naar allerlei wijken op Curaçao. De brug is een behoorlijk gevaarte en het kan best spannend zijn om er overheen te rijden, maar je moet wel als je van de ene naar de andere kant wil komen. Leuk detail: de brug is in de kleuren van de Curaçaose vlag geschilderd: blauw met geel.

 

6. Floating market

De floating market is de drijvende markt om de hoek van de Handelskade en ligt dus in Punda. Elke ochtend in alle vroegte meren hier Venezolaanse marktkooplui aan om hun verse waar aan te bieden. Er is vooral veel groente en fruit te koop, maar ook andere producten worden er verkocht. Wanneer je door Punda struint, wandel dan even langs deze gezellige markt, waar je ongetwijfeld iets te proeven krijgt van een van de Venezolaanse mannen.

 

7. Fort Amsterdam

Fort Amsterdam staat in Punda op de hoek van de Sint Annabaai en werd gebouwd in de zeventiende eeuw toen Curaçao in handen kwam van de Nederlandse WIC (West Indische Compagnie). Door de strategische ligging (vlakbij zee) deed het gebouw dienst als verdedigingswerk, maar ook als kantoor. Nu is Fort Amsterdam het regeringsgebouw van Curaçao. Het fort heeft een binnenplaats waar een kerk en een woning staan en staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.Fort Amsterdam

 

8. Wilhelminaplein Punda

Je betreedt Fort Amsterdam vanaf het Wilhelminaplein in Punda en op dit plein staan de fotogenieke Dushi Curaçao letters. Het kan even een uitdaging zijn om een plekje te vinden voor een foto, waar vervolgens ook nog eens niemand anders bij op staat, maar het is heus de moeite waard. Aan het plein vind je veel horeca, waaronder Pleincafé Wilhelmina dat al jaren super populair is onder Nederlandse stagiaires en ook toeristen. Het is er op ieder moment van de dag gezellig.Dushi Curaçao

 

9. Waaigat en Marshe Bieuw

Het Waaigat is een baai die vanaf de Sint Annabaai doorloopt helemaal tot aan Pietermaai. Het is een soort binnenwater en scheidt Punda van Scharloo (zie punt 22) en er ligt een weg om de baai heen om van de ene naar de andere kant te komen. Ook zijn de Wilhelminabrug of Amaliabrug opties om over te steken, hoewel die laatste alleen voor voetgangers is. Aan de rand van het Waaigat, nog net in Punda ligt een oude markthal: de Marshe Bieuw. Je kan er heus nog shoppen bij de kraampjes voor kleine prijsjes, maar wat je er vooral kunt is genieten van local food. Het is er meestal druk en gezellig en zelfs ook wel een beetje viezig, maar daar moet je echt even doorheen kijken.Waaigat

 

10. Otrobanda

Otrobanda betekent letterlijk ‘de andere kant’ en dat wordt er ook precies mee bedoeld. Toen Punda uit z’n voegen barstte zijn ze aan de overkant van de Sint Annabaai verder gaan bouwen aan het centrum van Willemstad en zo ontstond Otrobanda. Toen ik bijna twintig jaar geleden voor het eerst door de straten van Otrobanda liep dacht ik dat ik een getto was beland, maar Otrobanda heeft een opknapbeurt gehad en er wordt nog steeds hard gewerkt aan de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van het stadsdeel. Er is inmiddels van alles te beleven.Otrobanda

 

11. Kura Hulanda Museum en hotel

Begin jaren nul van deze eeuw kocht de Nederlander Jacob Gelt Dekker een complete wijk in het armoedige stadsdeel Otrobanda op. Hij stichtte er een museum waarin de geschiedenis en het verhaal van Curaçao inmiddels al twintig jaar tentoongesteld is en bouwde de vervallen gebouwen en huizen om tot hotelkamers. Wanneer je Kura Hulanda binnenwandelt heb je het gevoel in een dorp te zijn want er zijn pleinen en terrasjes en dat is precies wat dit hotel zo bijzonder maakt. Je kan er rustig een wandeling maken, ook wanneer je geen hotelgast bent en bezoek dan vooral ook het bijzondere Kura Hulanda museum.

Lees ook: Kura Hulanda, het meest bijzondere hotel van Curaçao

Kura Hulanda

 

12. Brionplein

Het Brionplein is het grootste en levendige plein van Otrobanda en is vernoemd naar admiraal Brion, een vrijheidsstrijder uit de 19e eeuw en midden op het plein staat zijn standbeeld. Het plein ligt aan de Sint Annabaai en vanaf elk punt heb je magnifiek uitzicht op de Handelskade aan de overkant die je bereikt met de Pontjesbrug. Je vindt er de Otrobanda-letters en de truck met batidos. Het kleurrijke gebouw aan de rand van het plein is een hotel. Het was de bedoeling dat de stijl van het gebouw overeen moest komen met de statige Handelskade aan de overkant en dat hebben ze leuk geprobeerd.

 

13. Batidos

Batidos klinkt misschien als een plein, een gebouw of een groep gebouwen, maar dat zijn ze niet. Een batido is een fruitshake die al dan niet met melk wordt bereid en op het Brionplein in Otrobanda vind je de beroemdste batido-truck van Curaçao. Er is legio keuze uit allerlei exotische en minder exotische vruchten die de dames in de truck ambachtelijk voor je door elkaar shaken. De blenders staat zo ongeveer constant aan dus je moet wel even je stem verheffen om je bestelling door te geven, maar je krijgt er heel wat voor terug. Een bezoek aan Otrobanda is niet compleet zonder een batido.Batidos Curaçao

 

14. Gouverneur de Rouville

Over mooi uitzicht over de Sint Annabaai en de Handelskade gesproken: vanaf het ‘balkon’ van restaurant de Gouverneur heb je het allermooiste uitzicht ooit. Maar ook het 18e eeuwse pand van de Gouverneur zelf is een plaatje. Aan de achterkant is er een patio met een heerlijk terras waar je misschien wel nog fijner en sowieso rustiger zit dan aan de voorkant, maar dan mis je wel het uitzicht. Voor een avondje lekker uit eten is de Gouverneur de plek waar je wil zijn.

 

15. Riffort

In Punda staat Fort Amsterdam, in Otrobanda vind je pal aan de Sint Annabaai het Riffort. Het fort is als verdedigingswerk gebouwd in 1824 en dus al stokoud en in de loop der jaren heeft het fort verschillende overheidsfuncties gehad. Maar het leuke is dat je er sinds een paar jaar kunt shoppen. Wanneer je door de poorten van het fort loopt verschijnt er een groot plein met winkels en terrasjes. Het is een béétje toeristisch, maar zeker mooi aangelegd en leuk om doorheen te struinen.Riffort

 

16. Renaissance shopping en hotel

Vanuit het Riffort wandel je zo het volgende winkelgebied in: het Renaissance shopping center. Het klinkt even duur als het is, het shoppinggebied hoort bij het mooie Renaissance hotel en bestaat pas sinds 2009. Voor leuke lokale hebbedingetjes of souvenirwinkels hoef je er niet te zijn, maar hou je van dure merken, dan kun je je hart ophalen. Ik neem tussendoor altijd een koffietje bij de Starbucks, want jeetje, die hadden ze vroeger nog niet!

 

17. Cruise terminal

Grenzend aan de Renaissance property kun je ze allang zien liggen. Ze zijn groter dan de meeste gebouwen en zeker op Curaçao lijken ze echt reusachtig: de cruiseschepen. Bijna elke dag meert er wel een schip aan en vaak zelfs meerdere. Als de cruiseterminal vol ligt, dan varen de nieuwe schepen gewoon verder de Sint Annabaai in. Vanuit Punda en Otrobanda zie je dus vaak de hugee cruiseschepen al liggen.cruiseschip Curaçao

 

18. Koredor

De Koredor is een begrip op Curaçao; het is namelijk dé plek om ‘s ochtends wanneer de zon net is opgekomen of ‘s avonds voordat de zon ondergaat een wandeling of run te maken. De Koredor wordt op de kaart aangegeven als J.F.K. Boulevard en hoewel de boulevard ongelooflijk veel mogelijkheden heeft om een échte boulevard te zijn, is het niet meer dan een wandelpad langs het water. Het pad loopt van Parasasa strand (bij Piscaderabaai) tot aan de cruiseterminal in Otrobanda, en is zo’n drie kilometer lang.

→ Tip: aan de Koredor ligt het indrukwekkende Tula Monument. Tula was de leider van de Curaçaose slavenopstand van 1795 en sinds 1997 staat zijn bronzen beeld aan de Koredor.

→ Nog een tip: aan de Koredor liggen verschillende restaurants waar je verse vis kunt eten!

Lees ook: Catches of the day: drie lekkere visrestaurants op Curaçao

 

19. Fort Nassau

Curaçao heeft in totaal acht forten en de meest spectaculaire is zonder meer Fort Nassau. Dit fort ligt namelijk boven het Schottegat op 68 meter hoogte. In het fort is sinds jaar en dag een upscale restaurant en je kunt je voorstellen dat het uitzicht geweldig is. Je hebt er volledig zicht op de Sint Annabaai, de Handelskade en Punda aan de ene kant en Otrobanda aan de andere kant. Je hoeft er niet per se te gaan eten; met de auto rij je heel gemakkelijk naar boven om vanaf de parkeerplaats van het uitzicht te genieten.

 

20. Pietermaai

Pietermaai ligt op loopafstand achter Punda en werd ooit gebouwd als suburb van de stad. Na orkanen en andere ellende is de wijk helemaal in verval geraakt en was het jarenlang een plek waar je niet in je eentje over straat durfde. Maar sinds een paar jaar is dat weer anders: Pietermaai is met z’n kleurrijke gebouwen, gezellige straten, restaurants, clubs en (boutique)hotels weer helemaal zoals de wijk oorspronkelijk bedoeld was. Het is the place to be op Curaçao.

Lees ook: Leukste wijk van Curaçao: Pietermaai!

Pietermaai

 

21. Berg Altena

Wanneer je vanuit Pietermaai in oostelijke richting gaat kom je door Berg Altena. Berg Altena is onmogelijk niet te herkennen; hij wordt gekenmerkt door parmantige kleurrijke, kleine huisjes langs de gelijknamige doorgaande weg. De van oudsher arbeidershuisjes zijn afzonderlijk monumentale panden en stelen de show zo langs de kant van de weg en doen me altijd denken aan de huisjes van Bo-Kaap in Kaapstad in Zuid-Afrika (of eigenlijk andersom, want ik was nog niet in Zuid-Afrika).Berg Altena

 

22. Scharloo

Tegenover Punda, aan de overkant van het Waaigat ligt de wijk Scharloo. En hoewel Scharloo vroeger een plek was waar je niet gauw alleen over straat ging (alleen om naar de bioscoop te gaan), is de wijk nu in opkomst. Wanneer je vanaf de ringweg Schotteweg/Julianabrug de afslag naar Punda neemt rij je over Scharloo heen, waar je je auto parkeert aan het Waaigat. Loop eens een keer niet meteen Punda in, maar ga eens de andere kant op en ontdek Scharloo.

 

23. Saliña

Als je zin hebt aan een middagje shoppen, dan moet je in Saliña zijn. Het is er druk doordat er veel verkeer van allerlei kanten doorheen gaat en ook omdat er veel winkels zijn. Kledingwinkels, lunchtentjes en de beroemde Saliña Galleries met de wat duurdere winkels. Het klinkt bijna gezellig en knus, maar dat is het niet echt. Qua architectuur zit er weinig structuur in de wijk, alle straten zijn breed en toegankelijk voor auto’s, dus het is er druk en er hangt daardoor eigenlijk geen sfeer. Toch is het een aanrader, want je kunt er goed shoppen. Er is zelfs een DA-drogist.

 

24. Penstraat

De Penstraat is de meest dubieuze en contrasterende straat van Curaçao. Aan de ene kant ligt het dure Avila Beach Hotel in de Penstraat en aan de andere kant, letterlijk aan de overkant van de straat staan vervallen gebouwen, is er armoede en veel criminaliteit. De straat is allesbehalve veilig te noemen en toch was het Avila jarenlang de uitvalsbasis van de koninklijke familie. Het contrast van rijk en arm op het eiland kan niet groter dan in de Penstraat.

 

OOSTKUST CURAÇAO

En dan gaan we naar de oostkust van Curaçao. De oostkust van Curaçao is razendpopulair bij toeristen. Er is van alles te zien en te beleven op verschillende plekken, aan verschillende stranden en in de vele baaien aan de zuidoostelijke kant van het eiland. Van Mambo tot Jan Thiel en nog verder richting het Spaanse Water; het stikt er van de hotels, resorts, restaurants en plekken om uit te gaan. Maar! Omdat het zo toeristisch is, is het niet overal even authentiek. Wil je écht Curaçao ontdekken, kijk dan ietsje verder dan alleen de dure resorts.

 

Inhoud:

 

 

25. Mambo Beach (Sea Aquarium Beach)

Misschien wel het meest toeristische en sowieso de drukste plek van Curaçao: Mambo Beach. Wat ooit een verlaten baaitje was is uitgegroeid tot een enorm strand met een heleboel strandtenten, een paar hotels en zelfs een boulevard met winkels, restaurants, boetiekjes en Starbucks. Wuivende palmen, muziek uit verschillende hoeken, ligbedjes die hutjemutje aan elkaar liggen en een grote diversiteit aan strandgangers. Je moet ervan houden, maar een kijkje op Mambo is zeker de moeite waard.

Aan het strand van Mambo Beach liggen verschillende hotels en strandtenten/-restaurants. Het Lion’s Dive Hotel, Kontiki Beach Resort (van der Valk) en Sunscape zijn grote, exclusieve hotels direct aan het strand. Strandtenten als Cabana en Mood Beach zijn heerlijk voor een dagje strand, een hapje en een drankje en later zelfs een dansje. Wet & Wild is al jaren bekend om z’n happy hours en Hemmingway’s is het restaurant van het Lion’s Dive hotel. Genoeg te doen op Mambo!Mambo Beach

 

26. Sea Aquarium

Ten oosten van Mambo Beach vind je het Curaçao Sea Aquarium; een aquarium in zee waar je allerlei diersoorten kunt spotten. Reuze schildpadden, zeeleeuwen, flamingo’s, allerlei soorten vissen en als klap op de vuurpijl is er bij het Sea Aquarium een dolfijnenschool. Dat klinkt in deze tijd even belachelijk als het is, maar voor zover ik weet bestaat het nog steeds. Een paar jaar geleden liet ik me verleiden om met dolfijnen te gaan zwemmen, iets wat ik al best lang wilde, maar nu niet meer zo snel zou doen. Dolfijnen, schildpadden, zeeleeuwen, flamingo’s en al die vissen horen namelijk lekker vrij te leven in het water en niet opgesloten te zijn voor menselijk vertier. Als je dat maar weet.

Lees ook: Bijzonder reisverhaal: dolfijnen zwemmen op Curaçao

Dolfijnen zwemmen

 

27. Jan Thiel Baai

Wanneer je als Nederlander in Nederland naar een reisbureau gaat en je laat adviseren over een vakantie naar Curaçao, dan wordt Jan Thiel 100% zeker aanbevolen. De baai was vroeger (jaren ’80 en ’90) de plek waar rijke Nederlanders woonden en dat is nog steeds zo met het verschil dat er nu ook veel hotels en resorts staan, waar zo ongeveer uitsluitend Nederlanders komen. Ben je enigszins cultuurbarbaar en wil je wel van Curaçaos pluspunten (zon, zee, strand) genieten, maar ben je weinig geïnteresseerd in het lokale leven, dan moet je naar Jan Thiel.

Er is geen armoede en geen enkel gebouw is vervallen, het is alleen maar pracht en praal met wuivende palmbomen, heerlijk strand, fijne restaurants en strandbars, die heus echt heerlijk zijn voor je vakantie. Maar wil je meer authentiek Curaçao beleven en daadwerkelijk iets bijdragen aan de lokale economie tijdens je bezoek aan het eiland, blijf dan weg van Jan Thiel. Eigenlijk kan ik dat laatste sowieso aanraden, want het huidige Jan Thiel is totaal niet representatief voor het echte Curaçao. En bovendien is het ook nog eens hartstikke ver!

 

28. Zanzibar

Wél een reden om naar Jan Thiel te gaan is Zanzibar, de gezelligste plek om op zaterdagavond een drankje en dansje te doen. Maar niet alleen op zaterdagavond is het er leuk: overdag tijdens je lome, lazy stranddag drink je er in je bikini de lekkerste cocktails met een rietje en een parapluutje. Zanzibar is de ultieme plek om te zien en gezien te worden, dus de plek – en heel Jan Thiel trouwens – doet het heel goed op ons aller Instagram. Ook kun je er lekker eten!

 

29. Zoutpannen

Het zoutmeer van Jan Thiel is een fantastisch natuurgebied waar je kunt wandelen, fietsen en zelfs paardrijden en bovendien een stukje geschiedenis van Curaçao kunt ontdekken. Vroeger (rond 1700) werd er zout gewonnen op zoutplantage Damasco die eigendom was van toenmalige plantagehouder en dus slavenhouder Jan Thielen. Zijn landhuis staat er nog steeds en is inmiddels eigendom van Monumentenzorg Curaçao. Je vindt nu nog ruïnes van huisjes en dammen die werden gebruikt bij de zoutwinning. En… er zijn flamingo’s!flamingo's Curaçao

 

30. Caracasbaai

Je passeert hem als je vanuit de stad richting Jan Thiel rijdt: de Caracasbaai. De baai ligt in het zuid-oosten van Curaçao en er liggen soms wat schepen en een boortoren in het water en verder is er niet veel te beleven. Caracasbaai heeft heus een strand, maar dit strand wordt niet bepaald goed onderhouden zoals andere, meer bezochte stranden op het eiland. Wel schijn je er goed te kunnen snorkelen en duiken, dus voor onderwaterliefhebbers is Caracasbaai een geliefde plek. Aan de overkant van de Caracasbaai is het Spaanse Water.

 

31. Fort Beekenburg, Tugboat Beach en Directors Bay

Fort Beekenburg is een van de acht forten op Curaçao en wordt ook wel ‘Het Kasteel’ genoemd. Het fort staat aan de Caracasbaai en dat is strategisch gezien heel goed. De baai is namelijk heel geschikt om van zee aan land te gaan en in de tijden dat Curaçao nog werd aangevallen door Britten en Fransen heeft het fort heel wat leed voorkomen. Vijanden kwamen er gewoonweg niet langs. Het fort is best imposant en ziet er daadwerkelijk uit als een kasteel.

Iets voorbij Fort Beekenburg ligt een van de meest bezochte snorkel- en duikspots van Curaçao, Tugboat Beach. In het water voor de kust zwemmen ontelbaar veel vissen en dat komt vooral doordat er op de zeebodem al dertig jaar een scheepswrak ligt dat overwoekerd is met prachtig koraal. Nog ietsje verder ligt een hidden gem: Directors Bay. Een baai die vroeger alleen toegankelijk was voor de koninklijke familie en directeuren van Shell, maar nu is het open voor iedereen die er wil zwemmen en zonnen.

→ Website Tugboat Beach

Directors Bay Curaçao

 

32. Spaanse Water

Het Spaanse Water is een lagune die vlak achter de Caracasbaai ligt en zich verder noordelijk en oostelijk uitstrekt. Het is de ultieme plek om te watersporten, het water ligt vol met boten en jachten, er staan veel vakantieappartementen rondom het water, er zijn restaurants en aan de oostkant – aan de rand van Santa Barbara – ligt zelfs een groot resort. Het is een heerlijke uitvalsbasis voor vakantie naar Curaçao en totdat toerisme er de overhand kreeg was de lagune ook fijn voor de Curaçaoënaar om een dagje te gaan zwemmen. Het Spaanse Water is echt heerlijk!

 

33. Santa Barbara plantage/Barbara Beach

De Santa Barbara plantage grenst aan het Spaanse Water, is 1200 hectare groot en het landhuis van de voormalige plantage staat er nog steeds. Vanaf dit landhuis heb je een fenomenaal uitzicht over het Spaanse Water en is alleen daarom al een bezoekje waard. Het stukje kust bij het Spaanse Water is een heus strand: Barbara Beach, waar sinds een aantal jaren een enorm resort staat: Santa Barbara Beach Resort. De omgeving is even prachtig als het resort. Ook al ligt het ver van de rest van Curaçao, het is van alle gemakken voorzien.Santa Barbara

 

34. Tafelberg

De Tafelberg is met 240 meter niet de hoogste berg van Curaçao (want dat is de Christoffelberg in het westen), maar hij is desondanks redelijk imposant. De berg werd vroeger gebruikt als fosfaatmijn, maar nu niet meer. Er wordt regelmatig zand van de berg afgegraven waardoor hij steeds van vorm verandert. De Tafelberg bezoeken kan, maar niet zomaar. Alleen met een begeleide tour kun je de Tafelberg in en op en die excursie moet je ver van tevoren al regelen.

 

35. Ostrich Farm

Wist je dat er struisvogels op Curaçao zijn? In het oosten van het eiland is heuse struisvogelboerderij! Je kunt er struisvogels spotten, selfies met ze maken en zelfs op ze zitten/rijden wat natuurlijk heel erg dubieus is. Je krijgt er het gevoel in Zuid-Afrika te zijn. Om het nog dubieuzer te maken kun je in restaurant Zambezi een lekkere struisvogelbiefstuk of -carpaccio eten. Ik laat me er verder niet over uit.

→ Website Ostrich Farm Curaçao

 

36. Aloe Vera plantage

Aloe Vera (spreek uit: alowee vera) is een plant en wordt ook wel de wonderplant genoemd. Het vocht uit de bladeren van de plant wordt gebruikt voor cosmetische producten, maar vooral ook als genezend middel. Bij insectenbeten bijvoorbeeld, maar ook bij snijwonden, huiduitslag en brandwonden, maar het bekendst is wel de verlichtende werking bij zonnebrand. Op de Aloe Vera plantage groeien honderden aloe vera planten wat heel leuk is om te zien. Bovendien is het bedrijf Curaloe er gevestigd waar allerlei producten met het wondermiddel gemaakt en verkocht worden.

→ Website Curaloe

 

37. Fuikbaai

De Fuikbaai is niet bepaald de mooiste baai van Curaçao en kan alleen per boot worden bereikt. In het weekend gaan veel booteigenaren erop uit met hun boot die in het Spaanse Water ligt aangemeerd. Fuik is dichtbij en is zeker bij een onstuimige zeedag gemakkelijker te bereiken dan een andere baai die verder ligt. Bij Fuik ligt het dan vaak ook helemaal vol met boten en schepen. Wat Fuik zo aantrekkelijk maakt? De sfeer. Het is er altijd gezellig, doordat er veel mensen samenkomen. In de eerste week van januari wordt elk jaar Fuikdag, een van de grootste feesten van Curaçao, georganiseerd. Boten, zon, zee, strand, drank en barbecue; je kunt er misschien iets bij voorstellen.

 

38. Sint Joris Baai

De Sint Joris Baai is een beetje een vreemde eend in de bijt, want hij ligt niet aan de zuidkust van het eiland zoals de meest baaien, maar juist in het noorden. Het waait er onnoemelijk hard, dus wind- en kitesurfers kunnen er hun hart ophalen en zijn er dus veel te vinden. In het midden ligt een eilandje wat een broedplaats is voor allerlei vogels en op het land dat om de baai ligt is het prachtig wandelen. Het is geen mooi strand zoals je dat van Curaçao zou verwachten; er wordt bijna nooit gezwommen maar de baai is juist door z’n bijzondere natuur het bezoeken waard.

 

WESTKUST CURAÇAO

Van oost naar west. De westkant van Curaçao wordt grotendeels Banda Bao genoemd en is dun bevolkt, maar stikt daarentegen van de mooie natuur. Het is er nog authentiek, er zijn nauwelijks grote resorts zoals in het oosten van het eiland en ook al weten de toeristen de mooie baaien in het westen heus ook te vinden, het is er anders. Rustiger, authentieker en minder commercieel. Je hebt Curaçao niet gezien als je niet aan de westkust bent geweest!

 

Inhoud:

 

 

39. Banda Bao (Bou)

Het deel van Curaçao ten westen van Willemstad waar op een paar dorpen na nauwelijks bewoning is, dat is Banda Bao. Wat de grens precies is weet niemand en maakt ook niet uit, op Curaçao zeggen we niet dat we naar Westpunt of naar het strand in de buurt van Westpunt gaan. Nee, we gaan naar Banda Bao. Banda Bao betekent letterlijk Lage Kant en eigenlijk zou het dan Banda Abao of Abou moeten zijn, maar de A van Abao wordt niet uitgesproken en dus ook niet geschreven. Ook wordt het soms met ao en soms met ou geschreven; ik geloof dat Papiaments  geen officiële spelling heeft, dus we rekenen beide goed.

Banda Bao is ongerept gebied waar een paar kleine dorpjes, veel baaien, bloedmooie stranden, onnoemelijk veel cactussen, prachtige uitzichtpunten, ruige rotsen en bergen te vinden zijn. Ook ligt het grootste nationale park inclusief de hoogste berg van Curaçao op Banda Bao en al met al heb je Curaçao écht niet gezien als je niet op Banda Bao bent geweest. De enige manier om er te komen is met een auto, maar gelukkig zijn er genoeg opties om een auto te huren.

De mooiste plekken van Banda Bao (sommige worden in de volgende punten verder uitgewerkt):

  • Stranden: Playa Kalki, Playa Grandi/Piskado, Playa Forti, Playa Kenepa (Knip), Playa Jeremi, Playa Lagun, Playa Santa Cruz; Porto Marie, Cas Abao;
  • Westpunt;
  • Shete Boka NP;
  • Christoffelpark;
  • Santa Martha Baai;
  • Authentieke dorpjes.

→ Auto huren op Curaçao? Huur je auto bij Sunny Cars met altijd een all-inclusive verzekering

Banda Bao

 

40. Westpunt

Westpunt is het meest westelijke dorpje van Curaçao en ligt letterlijk in het westpunt van het eiland en dus in het westelijkste puntje van Banda Bao. Het dorp is in de negentiende eeuw gesticht door vrijgemaakte slaven; er woont nu nog een handjevol mensen en er zijn geen voorzieningen als supermarkten. Wat Westpunt zo bijzonder maakt is z’n omgeving. De mooiste baaien en stranden vind je allemaal in de buurt van of op weg naar Westpunt. Wanneer ik op Curaçao ben ga ik altijd een dagje op roadtrip richting Westpunt en net als in het echte leven gaat het niet om de destination maar om de journey en stop onderweg bij de mooiste bezienswaardigheden.

Lees ook: Westpunt Curaçao: hoogtepunten in een roadtrip

Leuke plekken in Westpunt:

Westpunt Playa Grandi

 

41. Jaanchie’s

Jaanchie’s op Westpunt krijgt een aparte vermelding in deze lijst omdat dit misschien wel het bijzonderste restaurant van Curaçao is. Het ligt weliswaar aan de grote weg in Westpunt, maar toch is het een beetje onherbergzaam gebied en bovendien ga je in het restaurant een paar decennia terug in de tijd. Maar wat Jaanchie’s echt bijzonder maakt is de menukaart. Het is misschien anno 2020 niet meer helemaal verantwoord, maar meat lovers kunnen hun hart ophalen; er staat namelijk leguaan op de kaart. Het leguanenvlees smaakt een beetje naar kip (leguanen worden op Curaçao ook wel boomkippen genoemd), maar toch is het anders. Je moet het durven en je moet ervan houden, maar ben je geen mietje, probeer dan de leguaan bij Jaanchie’s op Westpunt.

→ Facebookpagina Jaanchie’s

 

42. Christoffelpark en Christoffelberg

Het hoogste punt van het eiland is de 375 meter hoge Christoffelberg. Wanneer je over Banda Bao richting Westpunt rijdt zie je hem op een gegeven moment boven de horizon uit prijken. Hij heeft de vorm van een vulkaan, maar is dat zeker niet en het leuke is: je kunt hem beklimmen! Ik deed dat al twee keer en beide keren met succes. In iets meer dan een uur klim je omhoog en eenmaal boven heb je een weids uitzicht over de groene natuur van Banda Bao en de blauwe zee die eromheen ligt. Fantastisch!

Maar het Christoffelpark is meer dan slechts de berg. Het is het grootste nationale park van Curaçao, is 2000 hectare groot en je vindt er flora en fauna die je nergens anders op het eiland vindt. Het park beslaat drie voormalige plantages met landhuizen, er zijn wandelpaden om te hiken, autoroutes om het park te ontdekken en je kunt zelfs een ranger of safari boeken om je te laten rondleiden. Een dagje op avontuur in het Christoffelpark.

Lees ook: Actief op Curaçao‎: de Christoffelberg op!

Christoffelberg

 

43. Watamula

Op zo ongeveer het aller noordwestelijkste topje van Curaçao zit een gat in het rotsachtige, maanachtige, koraalstenige landschap: Watamula. De plek wordt de adem van Curaçao genoemd en dat komt doordat de rotsen poreus zijn en de kracht van de zeegolven lucht door de rotsen blaast. In het gat waarin de zee oneindig heen en weer golft, merk je dit vooral goed en lijkt het alsof je daadwerkelijk een adem hoort bij elke golfbeweging. De naam Watamula is afgeleid van het woord Watermolen; dat komt doordat er drie zeestromingen bij elkaar komen voor de kust. Het fenomeen heb ik nog nergens anders ter wereld ooit gezien en bovendien ligt Watamula zo afgelegen, dat ik het een van de bijzonderste plekken van Curaçao vind.Watamula Curaçao

 

44. Shete Boka NP

Waar je aan de zuidkust van Curaçao soms overvallen wordt door rust en het geluid van rustig deinende golven is dat aan de noordkust van Banda Bao wel anders. Doordat het water er zó ruig is, zijn er allerlei gaten en inhammen geslagen in het droge, maanachtige landschap die mondingen worden genoemd. Shete Boka betekent Zeven Mondingen en die zijn alle zeven te bezoeken in het gelijknamige nationale park.

De bekendste monding/boka is Boka Tabla en die vind je meteen vooraan bij binnenkomst. Het is overweldigend hoe de zee er telkens opnieuw tegen de rotsen aanklotst; het houdt nooit op en over honderd jaar ziet de plek er waarschijnlijk heel anders uit dan nu. Er zijn platforms met uitzichtpunten waardoor je de ruige zee zo ongeveer kunt voelen.

→ Leuk detail: bij Boka Tabla is een grot waar je in kunt. Misschien een beetje eng en je moet oppassen dat je niet uitglijdt, maar verder is het heus veilig.

→ Doe lekker stoer! Ga naar Shete Boka met een jeeptour! Bestel je tickets online

Shete Boka

 

45. Dorpjes

Op Banda Bao aan de westkant van Curaçao zijn geen steden en is het leven een stukje primitiever dan je misschien gewend bent, maar de dorpjes op Banda Bao zijn juist daarom enorm het bezoek waard. Grote Berg, Tera Korá, Barber, Soto, Jan Kok, Sint Willibrordus en Westpunt zijn allemaal verschillend. De dorpjes hebben hun eigen inwoners, families, scholen, supermarkten en kerken, dus stop eens ineen van de dorpjes, stap eens een snèk (een restaurantje/snackbar) of een supermarkt binnen en ervaar het leven in de dorpjes op Banda Bao.

 

46. Sint Willibrordus (Williwood)

Het dorp Westpunt lichtte ik zonet al uit, maar er is nog een dorp (of eigenlijk stad) dat ik wil uitlichten en dat is Sint Willibrordus. Op weg naar Porto Marie (zie punt 49) rij je vanuit Willemstad via Sint Willibrordus naar het strand en het is echt even de moeite om er te stoppen. De kerk is prachtig en de inwoners van het dorp supervriendelijk. Sint Willibrordus is lang niet zo groot als Willemstad en omdat het tropische stadje altijd maar in de schaduw van de hoofdstad stond, hebben ondernemende inwoners de stad Williwood genoemd. Het doel was om meer aandacht te trekken en te krijgen en dat is gelukt!

TIP! Op weg naar Williwood ter hoogte van Jan Kok passer je de Flamingo Sanctuary. Parkeer je auto aan de kant van de weg en ga flamingo’s spotten!

 

47. Blauwe Kamer

Een absolute hidden gem op Curaçao is de zogenaamde Blauwe Kamer. Ik ben er nog nooit van m’n leven geweest ondanks dat ik vijf jaar op het eiland heb gewoond en je kunt er alleen met een boot komen, maar het schijnt zwaar de moeite waard te zijn. De Blauwe Kamer is een grot die volledig blauw verlicht is (hoe tof!) en waar allerlei soorten vissen te zien zijn. Neem je snorkelgear mee op de boot en duik in de grot (de ingang ligt 20 centimeter onder het wateroppervlak). Het lijkt me fantastisch!

 

48. Santa Martha Baai

Over hidden gems gesproken: de Santa Martha Baai op Banda Bao is niet eens klein, maar toch niet heel bekend bij het grote publiek. De baai ligt grofweg tussen Playa Lagun en Cas Abao ter hoogte van het dorpje Soto. De baai is vrij groot en eromheen is niet veel te beleven (tenzij je er woont), maar het mooie is dat er een geweldig uitzichtpunt over de baai is. Hoe je daar komt? In het dorpje Soto sla je komende vanuit Westpunt vanaf de doorgaande weg rechtsaf (bij het Amstel sign) en rij je door het onherbergzame gebied omhoog richting het uitkijkpunt over de baai. Je valt even stil van het prachtige uitzicht, I promise.Curaçao Santa Martha

 

49. Porto Marie

Porto Marie is vanaf de eerste keer dat ik op Curaçao kwam al m’n favoriete strand op Banda Bao en dat komt ten eerste omdat het niet heel ver is en ten tweede omdat het er gewoon heel erg mooi en fijn is. Hoewel het de laatste jaren wel echt overspoeld wordt door toeristen en daar de prijzen ook naar zijn, is het nog steeds m’n favoriet op Banda Bao. Je kunt er niet alleen goed zonnen, zwemmen en snorkelen, maar ook lekker eten op het overdekte terras. Als je naar Porto Marie gaat vergeet dan niet om wat fruit mee te nemen; er lopen een paar zwijnen en het stikt er van de leguanen die alleen bij je komen als je ze voert. Porto Marie is echt uniek als je het mij vraagt.

 

50. Cas Abao (Abou)

Het strand is er wit, de zee is er blauw, er staan legio bedjes met parasols en het rif is geweldig voor onderwaterliefhebbers, maar toch voel ik persoonlijk het er niet helemaal. Cas Abao (Abou) wordt door verschillende lijstjes als een van de mooiste stranden van heel de Caraïben genoemd en dus kan ik hem niet overslaan in deze lijst. Als je alle punten afvinkt klopt het natuurlijk. Het is een heerlijke plek om een dagje te zonnen, te zwemmen, te snorkelen en te duiken, maar Cas Abao is gewoon niet mijn persoonlijke favoriet.

 

51. Playa Kenepa/Grote Knip

Het strand van de ansichtkaarten, Instagram en mooie plaatjes op Google is Grote Knip. Naast het strand is een fenomenaal uitzichtpunt waar je eindeloos over de azuurblauwe zee tuurt of op het gezellige strand van Grot Knip uitkijkt. Het muurtje rondom het uitzichtpunt is uitermate geschikt voor een iconische foto en wanneer je op Curaçao bent is dat dan ook een must.

→ TIP: Naast Grote Knip ligt Kleine Knip, een kleiner, rustiger en nóg mooier baaitje dan Grote Knip. 

 

52. Kokomo Beach

Iets ten zuiden van Porto Marie ligt de Vaerssenbaai. Jarenlang was dit een simpele baai zonder voorzieningen waar voornamelijk de Curaçaose mensen zelf in het weekend kwamen zwemmen, maar sinds 2011 is het een commercieel strand: Kokomo Beach! Er is een strandtent om te eten, er staan ligbedjes, er klinkt een muziekje en in het water liggen een vlot en een steiger en er staat zelfs een heuse schommel. De zonsondergangen zijn er fenomenaal; I love Kokomo!

Maar. Sinds Kokomo er is, is het strand niet of in ieder geval minder toegankelijk voor de Curaçaoënaar. De prijzen bij Kokomo zijn gericht op de toerist en die heeft doorgaans iets meer te besteden dan de gemiddelde local, waardoor hij/zij het zich niet meer kan permitteren om er te gaan zwemmen. En dat is krom. Onthou dat elk strand dat gericht is op toeristen een plek is die niet meer toegankelijk is voor de lokale mensen zelf. En bij ieder bezoek aan zo’n strand draag jij daaraan bij. En ik ook.

Lees ook: Let’s go to Kokomo, het leukste strand van Curaçao!

Kokomo

 

53. Boca Samí

Boca Samí is de afkorting van Boca Sint Michiel, een klein dorpje tussen Kokomo en Blauwbaai. Via de Weg naar Bullenbaai kom je in Boca Sami en het is – volgens mij – een van de minst toeristische plekken van het eiland. Het is een echt vissersdorpje waar maar vijftig mensen wonen (wat wel te denken geeft, want dan zou zo ongeveer iedereen familie van elkaar moeten zijn) waardoor je er echt een stukje authentiek Curaçao ervaart. Er staat een fort (Fort Sint Michiel), er is een strandje en je kunt er zelfs je kamer of vakantiehuis huren. Bovendien liggen Kokomo en Blauwbaai allebei om de hoek, dus qua locatie is Boca Sami bijna perfect te noemen.

 

54. Blauwbaai/Blue Bay

Blauwbaai ligt net onder Boca Sami en is niet alleen een baai, maar ook wat je noemt een heerlijk strand. Aan de baai ligt een groot resort dat bestaat uit allerlei villa’s, hotels en appartementen, waardoor het een dorp op zich lijkt, maar het strand is gewoon voor iedereen toegankelijk. Het strand is groot, staat vól met palmbomen, je kunt er aan de bar een drankje doen en op het terras wat eten. Zin in een dagje strand en geen zin om hélemaal richting Banda Bao te gaan, kies dan voor een dagje Blauwbaai. Het is er heerlijk!

 

55. Coral Estate

Coral Estate is zo ongeveer Blue Bay twee punt nul. Coral Estate ligt net onder Porto Marie en bij Sint Willibrordus en is vooral bekend om het strand en de heerlijke strandtent slash restaurant Karakter. Er zijn legio luxe appartementen en villa’s te koop en te huur en er wordt as we speak nog steeds van alles bijgebouwd. Coral Estate is heerlijk voor een dagje strand, maar je kunt er ook je vakantiehuis huren of lunchen aan het water. Het is er superveelzijdig, helemaal in opkomst en bovendien hartstikke mooi.

Coral Estate Curaçao

 

OVERIGE BEZIENSWAARDIGHEDEN CURAÇAO

En dan zijn er nog typisch Curaçaose dingen, bezienswaardigheden en things to do die niet per se in het commerciële oosten of authentieke westen liggen, maar wel de moeite waard zijn. Denk aan musea, kunstgalerijen, winkelcentra, bijzondere natuur en de olieraffinaderij. Hier komen de overige bezienswaardigheden.

Inhoud:

 

 

56. Hato Caves

Bij de naam Hato denk je misschien meteen aan het vliegveld van Curaçao en dat klopt, want Hato is de naam van de luchthaven. Maar Hato is óók een grottenstelsel dat in de buurt van het vliegveld ligt (de hele omgeving heet overigens Hato). Vermoed wordt dat de grotten van Hato al aan het begin van de jaartelling gebruikt werden door de toenmalige bewoners (Arawak indianen) van het eiland en nu zijn ze opengesteld (en veilig) voor bezoekers.

Er zijn wandelpaadjes dwars door de grot en je kunt er rondleidingen krijgen langs de stalagmieten en stalactieten. Het is en blijft fascinerend dat er onder de grond een verborgen wereld lijkt te bestaan waarin je bij binnenkomst al meteen het gevoel hebt dat je op een andere planeet bent. Qua licht, qua ‘landschap’, maar ook qua vocht en temperatuur. De grotten van Hato zijn dagelijks geopend met elk uur een rondleiding in verschillende talen. Een must!

 

57. Playa Kanoa

Gevorderde surfers opgelet! Playa Kanoa ligt net als nationaal park Shete Boka aan de noordkust van Curaçao (ten noorden van de wijk Brievengat) en is net als Sint Joris Baai een walhalla voor surfers. De zee is er ontzettend ruig en ook best gevaarlijk en het strand oogt al even rauw en ongerept. Het is dus allesbehalve een plek om lekker je handdoekje uit te rollen en te zwemmen; de plek vraagt om ruige mensen die ruige dingen willen doen, dus als je je aangesproken voelt, ga er dan zeker naar toe.

 

58. Piscadera Baai (en Pirate Bay)

Tussen 2002 en 2007 woonde ik in een minuscuul appartementje aan zee aan de zijkant van de Piscaderabaai, een strand dat nu Parasasa Beach heet. Het was er rustig en fijn en altijd als ik terug op het eiland ben, verblijf ik het liefst op Piscadera. Er liggen twee grote hotels (Dreams Curaçao (voormalig Hilton waar ik werkte) en Marriott) en een aantal kleinere resorts en appartementencomplexen die bijna allemaal uitkijken over zee. Het strand is er altijd om de hoek, lokale vissers vangen er verse vis en bij Pirate Bay kun je heerlijk eten met je voeten in het zand of een biertje drinken aan de Caribische bar terwijl een reggae band de sfeer erin houdt. Je snapt, ik hóú van die baai.Piscadera Curaçao

 

59. Landhuizen Curaçao

Er zijn in totaal zo’n 160 landhuizen op Curaçao geweest die werden gebouwd in de tijd van de slavernij. Zestig ervan zijn in tact gebleven en sommige zijn nog steeds in gebruik. De huizen zijn gebouwd in de 18e en 19e eeuw op de landbouw- en zoutplantages en waren de woonhuizen van de plantage-eigenaren. Je herkent ze aan hun kleurrijke, koloniale stijl en vormgeving. Enkele mooie landhuizen op Curaçao zijn Landhuis Chobolobo, Landhuis Knip, Daniël, Ascencion en Brakkeput Mei Mei. Sommige landhuizen zijn open voor bezoekers of  zelfs omgebouwd tot restaurant. Duik in Curaçaos geschiedenis in een van de landhuizen.

→ Website landhuizen van Curaçao

landhuis

 

60. Kunukuhuis

Een kunukuhuis is een typisch Curaçaos slavenhuis. Waar plantage-eigenaren in grote landhuizen op hun plantages woonden, brachten ze hun slaven onder in piepkleine huisjes die gemaakt werden van koraalsteen, leem en koeienmest en dichtgevlochten werden met mais- en rietstengels. Toen de slavernij werd afgeschaft kregen slaven een huisje met een stukje grond toegewezen. De huisjes bestaan nog steeds en ze worden zelfs nog bewoond, hoewel dat nu wel anders is dan toen. De meeste moderne kunukuhuizen zijn gewoon van steen en hebben dakpannen.

Een beroemd kunukuhuis is Kas di Pal’i Maishi waar je heel gemakkelijk aan voorbij rijdt op weg naar Shete Boka. Dit huis vind je bij Landhuis Dokterstuin en is nu een museum. Voor een paar gulden kun je erin en krijg je zelfs een rondleiding.

 

61. Musea

Curaçao heeft een heel indrukwekkend verhaal en een intense geschiedenis. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat er zoveel is gebeurd op zo’n klein eiland in zoveel verschillende tijdperken. Het lelijkste deel van Curaçaos verhaal, maar wat onlosmakelijk bij Curaçao hoort is de slavernij. Duik in het indringende verhaal van het eiland en laat je informeren en inspireren in de Curaçaose musea. Het slavernijverleden staat tentoongesteld in het Kura Hulanda Museum, de aardrijkskundige geschiedenis in het Curaçaosch Museum en de maritieme geschiedenis vind je in het Maritiem Museum.

Lees ook: 

→ Hoort Curaçao bij Nederland? Een ingewikkeld verhaal

→ Kura Hulanda, het meest bijzondere hotel van Curaçao

Kura Hulanda museum

 

62. Streetart

Curaçao zou Curaçao niet zijn zonder alle kleurrijke gebouwen, maar vergeet voorál ook de prachtige, kleurrijke streetart niet! De wijken Scharloo en Pietermaai zijn helemaal ‘volgekliederd’ met de allermooiste schilderingen en tekeningen, maar ook in Otrobanda en Punda is heel veel streetart te zien. Let er eens op als je door deze wijken van Willemstad struint en loop er niet zomaar aan voorbij. Elke tekening heeft een betekenis.streetart Curaçao

 

63. Nena Sanchez

Over kleurrijk gesproken. Nena Sanchez was ooit Miss Curaçao, maar heeft zich daarna (en eigenlijk al daarvoor) ontpopt tot kunstschilder. Misschien ken je haar kleurrijke schilderijen wel die allemaal iets van Curaçao uitstralen. Een kleurrijk kunukuhuis met een knalblauwe zee op de achtergrond, een deel van de Handelskade of een knappe, kleurige Curaçaose vrouw; de schilderijen en tekeningen van Nena Sanchez zijn het boegbeeld van Curaçao. Nena Sanchez heeft een galerie op Banda Bao (in Jan Kok, vlakbij Sint Willibrordus) en een winkel in Punda. Zwaar de moeite waard, de schilderijen zijn echt prachtig!

Adressen Nena Sanchez:

→ Nena Sanchez Gallery, Landhuis Jan Kok, Williwood, Jan Kok, Curaçao

→ Nena Sanchez Gallery, Windstraat, Punda, Willemstad, Curaçao

→ Website Nena Sanchez

Nena Sanchez Curaçao

 

64. Chichi beeldjes in Serena’s Art Gallery

Misschien ken je haar wel of misschien ook niet: Chichi is een handgemaakt beeldje dat een Curaçaose vrouw uitbeeldt. Ze is in 2009 in het leven geroepen door Serena Janet Israel en wordt gemaakt in verschillende uitvoeringen en groottes. De beeldjes worden handgemaakt en -geschilderd, waardoor ieder beeldje helemaal uniek is! In Punda heeft Chichi een winkel waar ze in haar verschillende uitvoeringen te koop is, maar ze wordt gemaakt in de art gallery, helemaal in Santa Catharina. Ze geven er zelfs workshops waar je je eigen chichi kunt maken!

Weetje: Chichi betekent grote zus.

→ Website Chichi Serena’s Art Gallery

Chichi

 

65. Shopping malls: Zuikertuintje/Bloempot, Promenade en Sambil

Verwacht geen H&M in de shopping malls van Curaçao, maar vooral veel lokale winkels die heel goedkoop zijn of juist heel dure merkwinkels. Om lekker een zaterdag te winkelen moet je niet op Curaçao zijn, want het kan daar gewoonweg niet, maar als je zin hebt om langs en door winkels te struinen kom je het best tot je recht in Zuikertuintje, Promenade of Sambil. Soms zul je iets bekends tegenkomen: een DA-drogist, een Bruna of een Prenatal zijn er volgens mij alle drie en sommige lokale winkels verkopen ook collecties van Nederlandse merken (Blokker en Leen Bakker bijvoorbeeld), maar verwacht er niet teveel van. De meeste Curaçaoënaars met een béétje gevulde portemonnee pakken soms een weekendje Miami om te shoppen. Goed bekeken, niewaar?

→ TIP: andere grote shopping malls/winkelgebieden noemde ik al eerder in dit artikel: Renaissance mall en Saliña Galleries.

 

66. Stadion

Wist je dat Curaçao een heus stadion heeft? Ha, vast niet! Het SDK (Sentro Deportivo Korsou) wordt vooral gebruikt voor voetbalwedstrijden van de lokale vereniging SV Hubentut Fortuna, maar ook het Curaçaose nationale elftal voetbalt er. Het Ergilio Hatostadion zoals het stadion officieel heet heeft plek voor maar liefst 15.000 toeschouwers en dat is best veel. Leuk om eens een wedstrijd of training te gaan kijken!

 

67. Windmolens

Wist je dat Curaçao niet één, maar zelfs twee windparken heeft? Wanneer je vanuit Willemstad naar Westpunt rijdt zie je ze aan de noordkant herhaaldelijk opdoemen: de windmolens van Tera Korá. Bij eerdergenoemd Playa Kanoa staat het andere windpark. De molens zijn tachtig meter hoog en de wieken zijn 90 meter lang en de elektriciteit die de windmolens samen opwekken is goed voor 20% van de Curaçaose energievraag. Impressive! 

 

68. Olieraffinaderij

Het allerlelijkste gedrocht van Curaçao dat vanaf verschillende punten helaas steeds in je kielzog vaart, is de stinkende en vervuilende olieraffinaderij. De raffinaderij ligt middenin het Schottegat en vanaf ongeveer ieder punt op het eiland zijn de stinkwolkuitstotende schoorstenen en pijpen te zien en in het minst gunstige geval ook te ruiken. Toch is de raffinaderij het benoemen waard, omdat olie decennialang een heel belangrijke economische pijler is geweest. De raffinaderij is gesticht door het Nederlandse Shell en is daarna verkocht en decennialang in handen geweest van een Venezolaans petroleumbedrijf. Het is een lelijk ding, maar hij is onlosmakelijk verbonden met Curaçao.

→ Weetje: in de volksmond wordt de raffinaderij de Isla genoemd.

 

69. Curaçaos eten en drinken

De Curaçaose keuken is niet m’n favoriet (sorry voor al m’n Curaçaose vrienden), maar eten en drinken hoort bij een cultuur en zéker bij de Curaçaose cultuur. Een paar typisch Curaçaose gerechten:

  • Truk di Pan: foodtrucks die vooral ‘s avonds laat langs de kant van de weg staan. Honger na het uitgaan in het weekend? Schuif aan bij een Truk di Pan!
  • Arepas: voor zover ik weet zijn ze komen overwaaien uit buurland Venezuela. Arepas zijn een soort broodjes die worden gemaakt van bloem en water en je kunt ze beleggen met alles wat je maar lekker vindt. In Saliña is een arepa-restaurant slash -winkel waar ze arepas serveren. Het proberen waard!
  • Vis: je kunt je voorstellen dat er in de wateren rondom Curaçao ontegenzeggelijk veel soorten vis zwemmen. Er zijn een heleboel visrestaurants op het eiland waar je een vers visje kunt eten. Aanrader!
  • Pastechi: pastechi is een Curaçaos pasteitje. Lekker!
  • Blue Curaçao: Curaçaose likeur die écht blauw van kleur is. Ook gewoon in Nederland te koop.

 

70. Flora en fauna op Curaçao

Curaçao heeft een grote diversiteit aan natuur. Onder water vind je de mooiste koraalriffen, vooral bij Tugboat Beach en wist je dat het rif bij Porto Marie ooit beschadigd is geweest en nog steeds herstellende is? Bij de stranden vliegen geregeld pelikanen over (vooral bij Playa Grandi/Playa Piskado zie je ze veel!), er zijn wilde flamingo’s langs de weg naar Kokomo en in Sint Willibrordus en het typische fluitje dat je alleen op Curaçao lijkt te horen komt van de trupial vogel.

Bij het Sea Aquarium leven dolfijnen, zeeleeuwen, reuze schildpadden, ook flamingo’s en zijn een heleboel andere zeedieren en vissen te spotten in de aquaria. Vooral bij het strand van Porto Marie zijn veel leguanen (en ook zwijnen!) en ‘op straat’ lopen wilde geiten. Soms langs de weg, soms op de weg, zeker wanneer je op Banda Bao rijdt, moet je soms oppassen voor overstekend wild. De dividivi-boom is beroemd op Aruba, maar staat ook op Curaçao en wist je dat er wel honderd soorten cactussen en palmbomen op Curaçao groeien?

Je hoeft niet per se naar het Christoffelpark om bijzondere flora en fauna te zien; als je oplet en om je heen kijkt zie je vanzelf heel veel moois!

 

70+1. Klein Curaçao

En dan last, maar allesbehalve least een bezienswaardigheid die niet op Curaçao ligt, maar een eindje verderop in zee. Aan de oostkust van het eiland ligt in de verte nóg een eilandje en dat eilandje wordt Klein Curaçao genoemd. Klein Curaçao is werkelijk a slice of paradise. Het strand van het eiland is onwaarschijnlijk mooi, je kunt er zwemmen, zonnen, snorkelen of helemaal niets doen; Klein Curaçao is echt heerlijk. Er zijn geen voorzieningen, dus als je moet plassen doe je dat in een wc pot die je doorspoelt met een emmer water, maar als je het eilandje op loopt kom je van alles tegen.

Er staat een iconische vuurtoren en er ligt zelfs een scheepswrak van een schip dat er tientallen jaren strandde (haha, gestrand op een strand). Klein Curaçao is nog geen twee vierkante kilometer groot, ligt ongeveer tien kilometer van de kust van Curaçao en er woont los van verschillende soort schildpadden en exotische planten, niemand. Er gaan verschillende boottrips naar Klein Curaçao voor een hele of halve dag en I can highly recommend that. Een bezoek aan Curaçao is niet compleet zonder Klein Curaçao!

Boottickets naar Klein Curaçao? Reserveer je kaartjes alvast online

Klein Curaçao

 

Dit waren ze! Het is bijna ondenkbaar dat er op een eiland dat maar 60 kilometer lang en op z’n breedst maar 15 kilometer is, zoveel bezienswaardigheden te zien en dingen te doen zijn. Het is een bijzonder eiland en heeft jouw bezoek in deze tijd extra hard nodig!

Vliegen naar Curaçao? Boek je reis rechtstreeks bij KLM of bij Tui

 

Meer Curaçao? Lees ook:

 

ALLE ARTIKELEN OVER CURAÇAO

Share via
Copy link
Powered by Social Snap