Ik reis al dik twee jaar de wereld rond. En ook al ben ik best wel eens in Nederland, al die tijd al heb ik geen vaste verblijfplaats. Ik leef dus al 25 maanden zonder huis en bijna zonder spullen. Maar ook zonder baan of andere vastigheden, waardoor ik niet één bepaalde uitvalsbasis heb. En als je zo ongebonden leeft, dan kun je dus feitelijk op ieder moment op elke plek zijn en dat is heerlijk, maar vooral ook bijzonder, zéker in deze tijd.

 

 

GROETJES UIT TWENTE!

Vanuit Nederland kreeg ik vanaf begin maart berichtjes van heel veel mensen dat ik ‘naar huis moest komen’, voordat het niet meer kon. Ik las het en ik las het nogmaals; ik vroeg me af of het ze misschien was ontgaan dat ik helemaal geen huis meer heb. Ik maak zelfs niet eens meer deel uit van de Nederlandse samenleving. Ik woon er niet, ik werk er niet en ook al snapte ik heus wat er mee werd bedoeld, ik voelde dat ik er vooral in deze tijd niet zoveel te zoeken had.

Ik besloot op Bali te blijven. In soort van quarantaine leefde ik daar al; ik zat heerlijk in m’n eigen bubbel. Bovendien waren er een heleboel mensen op Bali bij wie ik me kon aansluiten, mocht ik daar behoefte aan krijgen en vond ik het inmiddels onverantwoord om mezelf te verplaatsen – want verplaatsing veroorzaakt verspreiding van het virus -, laat staan van de ene naar de andere kant van de wereld. Ik keek er zelfs naar uit om er nog langer te blijven, want ik kon in alle rust door knallen waar ik zo enthousiast mee bezig was.

Maar ergens voelde het natuurlijk toch niet lekker. Want mijn familie en vrienden zaten middenin de Europese brandhaard en als er iets zou gebeuren, dan waren we wel bizar ver van elkaar verwijderd. Naarmate de tijd vorderde gingen steeds meer landen op slot en werden steeds meer vluchten geannuleerd. Bovendien zou mijn visum de 25e verlopen en een visumrun zoals ik dat in februari deed naar Singapore leek daardoor steeds minder goed mogelijk. Mijn hoofd begon overuren te draaien.

 

Ik stelde mezelf de vraag: Waar wil je het liefst zijn mocht er iets gebeuren?

Steeds kwam dezelfde vraag in mij naar boven en het antwoord daarop gaf de doorslag: Waar wil je het liefst zijn mocht er iets gebeuren? Een antwoord dat niet moeilijk was, omdat ik al veel heb meegemaakt. Ik heb vaker in crisis gezeten, ik wéét hoe het is als er iets overweldigends gebeurt en hoe ik daar eventueel nu opnieuw mee om zou willen gaan. M’n hart wist het antwoord allang, maar m’n hoofd zorgde voor twijfel.

En dus besloot ik op zondagmiddag 15 maart om toch te gaan. Niet per se omdat ik dat wilde, maar dat was nu even ondergeschikt en niet van belang. Ik boekte de reis naar Nederland voor de volgende dag en drie vliegtuigen zouden me dinsdags de 17e weer op Nederlandse bodem zetten. En wonder boven wonder lukte dat. Behalve vertraagde bagage waren er geen annuleringen, geen vertragingen, niets. De laatste vlucht was een vliegtuig bómvol Nederlanders, hutjemutje op elkaar gepakt, totaal onwetend wat ons in Nederland te wachten stond.

En nu zijn we een dag of tien verder en ziet mijn leven er weer totáál anders uit dan op Bali. Ik ging niet naar Amsterdam zoals eigenlijk de bedoeling was, maar in plaats daarvan ben ik in mijn hometown in Twente, dichtbij de meeste van mijn familie en vrienden. En dus ben ik onverhoopt bezig geweest met het vinden van een nieuw ritme en dat ging van praktische dingen zoals het vinden van onderdak (gelukt!) tot interne dingen zoals het terugvinden van mijn inner peace en mijn eigen energie.

 

Terug op Nederlandse bodem dus

En dat was best pittig, maar het gaat de goede kant op. De eerste vijf dagen sliep ik op drie verschillende plekken, waste ik al mijn kleren, boende ik mijn auto die was gaan schimmelen doordat ik er spullen in had laten staan (overigens bewust), paste ik op m’n nichtjes nu het nog kon (allemaal nog gezond) en vond ik een cabin op een vakantiepark aan de rand van mijn Twentse dorp en voordat ik het wist waren we nóg vijf dagen verder.

Schrijven helpt me altijd enorm om in alignment te komen en dat ben ik vandaag zo ongeveer al de hele dag aan het doen. Tijd doorbrengen met mijn nichtjes overigens ook en dat doe ik echt volop waardoor ik langzaamaan weer terug in m’n eigen hum kom. Aarden, grounden. Terug in m’n eigen energie. Want hoezeer alles ook in mezelf zit, de rollercoaster die mijn absurde leven is neemt soms het stuur over en zeker in deze bijzondere tijd is het gemakkelijk om de bocht uit te vliegen.

Afijn, terug op Nederlandse bodem dus. In good old Twente. In een vakantiehuisje met grenen meubelen die rechtstreeks uit de nineties komen op een vakantiepark zo ongeveer óp de Duitse grens waar werkelijk niets gebeurt, I kid you not. But then again, wat is een betere plek om in quarantaine te zitten dan in the middle of nowhere? En dan is het ook nog lente. Just saying.

 

Groetjes uit Twente!

 

Meer dagboekverhalen? Lees ook:

AL M’N DAGBOEKVERHALEN

Share via
Copy link
Powered by Social Snap