Reizen is mooi. Het is misschien wel het allermooiste dat er is. Nieuwe landen ontdekken, overweldigd worden door natuurpracht, mensen ontmoeten, geuren, kleuren, culturen, talen. Iedereen die wel eens een reis heeft gemaakt snapt ongetwijfeld wat ik bedoel en iedereen die nog niet heeft gereisd, kan zich er misschien iets bij voorstellen. Het is enorm levensverrijkend, kan niet anders zeggen en al helemaal als je het in je uppie doet. Vooral dan. Dat je helemaal op jezelf aangewezen bent, je álles zelf moet doen en er niemand is to have your back. Als je je leven wil verrijken moet je gaan reizen, maar als je als mens wil groeien, moet je alleen gaan reizen. Het is het mooiste cadeau wat je jezelf kunt geven. Máár reizen heeft ook een keerzijde. Een enorme. En dat is dat je telkens geconfronteerd wordt.

 

 

LOST INSIDE CAMBODIA

Ik reis veel naar landen waar de levensstandaard over het algemeen een stuk lager ligt dan in het rijke westen. En als je een tijd in deze gebieden leeft, dan realiseer je je steeds een beetje meer hoe verdeeld de wereld is. Of dat oneerlijk is laat ik even in het midden, want ik geloof dat alles is zoals het zou moeten zijn en dat het niet echt zin heeft om er een oordeel over te vellen, maar wat ik wel aan mezelf merk is dat ik er steeds meer last van heb.

De ongelijkheid tussen mensen. Mijn kijk op het leven is niet zoals de gemiddelde kijk op het leven, omdat ik vaak met de eindigheid ervan te maken heb gehad, maar mijn kijk op de wereld is door al mijn reizen echt bizar, maar dan echt enorm veranderd. Hoewel ik veel heb meegemaakt en niet alleen maar mooie dingen, lijkt mijn leven soms zó onzinnig vergeleken met de dingen die ik op reis zie en meemaak. Ik zie soms mensen letterlijk zielloos uit hun ogen kijken, alsof de wereld een wrede plek is en het leven een veldslag waar ze zich elke dag opnieuw weer doorheen moeten slaan.

Ik was de afgelopen dagen in Cambodja en ik kan wel stellen dat van alle 42 landen waar ik tot nu toe ben geweest, Cambodja veruit de meeste indruk op me maakt. Ik verwachtte er niet veel van, sterker nog, dat wat ik hier in Cambodja ervaarde had ik juist in Vietnam verwacht. Ik wilde eigenlijk alleen maar naar dit land voor de beroemde tempels van Angkor Wat en ik wist eigenlijk niet zo veel van wat zich hier allemaal heeft afgespeeld, maar je kunt simpelweg je ogen niet sluiten voor wat hier nog niet eens heel lang geleden, gebeurd is. En dat maakt enorme indruk.

 

Cambodja maakt diepe indruk

Maar niet alleen mijn kijk op mensen, hoe we allemaal samen verbonden zijn, hoe we allemaal samen deze wereld maken zoals hij is, maar eigenlijk op alles wat er op onze aarde leeft. Het verhaal van de aarde is één verhaal dat bestaat uit verschillende episodes en personages en wij zijn daar een onderdeeltje van. Dat wij mensen het voor elkaar krijgen om de wereld zo enorm verdeeld te laten zijn, zéker in deze tijd waarin we volop van het bestaan van elkaar weten, is echt bizar. En hoewel iedereen op zijn eigen manier dingen meemaakt in het leven, is het anders. Het is niet hetzelfde.

‘Wij’ hebben keuzes. Te over. En voelen soms zelfs dat we vastlopen in onze levens die veelal gericht zijn op werken en geld verdienen. We hebben de vrijheid om te leven, hier in Cambodja, hebben mensen jarenlang alleen maar kunnen overleven. Die vrijheid die wij hebben, die nemen velen voor lief, omdat het zo normaal is en ze niet weten hoe bevoorrecht het hebben van vrijheid is. Er is geen besef van wat er is waardoor er vaak maar wat gedaan wordt. Ook al wordt het leven vaak helemaal uitgepland en georganiseerd, het is geforceerd. Gedaan uit ‘moeten’ en niet uit ‘willen’, terwijl we in het westen juist zoveel te willen hebben.

Toen ik nog niet reisde las ik wel eens over armoede en ellende in ‘arme landen’ en kon ik me er wel iets bij voorstellen, maar als je dan echt in een land bent waar nauwelijks asfalt op de wegen ligt, de jungle bezaaid is met landmijnen (ja, nog steeds) en mensen samenleven met hun vee in hutjes die met de beste wil van de wereld echt geen huizen genoemd kunnen worden, dan breekt mijn hart en realiseer je je dat het leven niet gaat om het maken van plannen en al helemaal niet om geld verdienen. Onze verwende levens in het westen lijken nu zo zinloos ten opzichte van de survivors hier, dat ik op sommige momenten niet eens meer terug wil naar de oppervlakkigheid van het westen.

 

Killing Fields en Tuol Sleng

Ik was in Phnom Penh bij een van de Killing Fields waar nog maar een paar jaar geleden in drie jaar tijd 20.000 mensen werden vermoord. Afgeslacht. In kuilen gedumpt en pas vele jaren later teruggevonden. Er liggen nog kledingstukken op het gras en ingeslagen schedels worden er tentoongesteld. Daarna ging ik naar de Tuol Sleng gevangenis waar diezelfde mensen eerst gevangen werden gehouden. Alles is er nog zoals toen. Er hangen foto’s van gemartelde mensen die op een geblokte vloer liggen en toen ik omlaag naar mijn voeten keek zag ik mijn witte Nikes op exact diezelfde geblokte vloer staan. Toen ik er was ging het wel, maar pas nu, een paar dagen later, merk ik dat het helemaal niet zo OK is.

Ik slaap de laatste nachten een beetje onrustig. Ik schrik soms wakker en merk dat ik echt een beetje somber ben. Ik ging uiteraard nog naar de tempels van Angkor Wat en ik kon er heus van genieten, want wát fantastisch en ik had er af en toe het gevoel weer in Mexico tussen de Mayatempels te zijn. Hoewel de tempels van Cambodja totaal anders zijn, liggen ze ook in jungle, diep verscholen in het woud en zijn sommige ruïnes overgroeid met bomen en struiken die in de eeuwen van verlatenheid hun werk hebben gedaan.

In Siem Reap kwam de dag erna een man naar me toe terwijl ik met mijn rijke westerse portemonnee een dure cappuccino dronk op een terras. Hij had geen handen en geen onderbenen en dat kwam omdat hij als kind op een landmijn was gestapt, vertelde hij en hij wilde me een boek verkopen. Hij vertelde dat het boek verfilmd was door Angelina Jolie – en opeens dacht ik eraan dat ik had gelezen dat haar film Tomb Raider bij de tempels is opgenomen en dat ze twee Cambodjaanse kinderen heeft geadopteerd – en ik onthield de titel van het boek (en keek later via Netflix de verfilming ervan). Ik kocht geen boek van hem, maar gaf hem wel vijf dollar en hij leek er blij mee.

 

Alles grijpt me aan

Het grijpt me aan. Alles. Het is zo indrukwekkend, zo indringend. Ik heb er gewoon geen woorden voor en dit is de eerste keer dat ik het zo erg voel. Ik was ook in Bolivia en in Guatemala waar het ook een arme bende was, maar het greep me niet zó erg zoals hier in Cambodja.

Alléén reizen doet daar nog een schepje bovenop, as you can imagine. Alle ellende op een stokje, in the end of the day zit je er wel mooi in je eentje mee te worstelen en moet je het wel in je uppie allemaal verwerken. Dat gaat wel, maar dat duurt even. En dat heeft dan als gevolg dat ik even niet zoveel post en zeker geen oppervlakkigheden of gelikte foto’s. Ik zie er simpelweg gewoon even het nut niet van in. Reizen is het mooiste wat er is en Cambodja is one af a kind. Ben in 42 landen geweest en overal ging ik fluitend weer weg, maar dat is in Cambodja even anders.

Lost inside Cambodia

And as the nights passed by
She tried to trace the past
The way he used to look
The way he used to laugh
I guess she’ll never know
What got inside his soul
She couldn’t make it out
Just couldn’t take it all
He had the saddest eyes
The girl had ever seen
He used to cry some nights
As though he lived a dream
And as she held him close
He used to search her face
As though she knew the truth
Lost inside Cambodia

Kim Wilde – Cambodia

 

MEER UIT M’N TRAVEL JOURNAL

MEER OVER CAMBODJA

Share via
Copy link
Powered by Social Snap