Het is zover, ik ga bijna naar huis. Tien weken was ik op reis. Dat klinkt als een eeuwigheid en dat is het ook. Op 2 oktober vertrok ik naar Curaçao en naar alle waarschijnlijkheid kom ik 9 december aan op Schiphol. Op twee dagen na ben ik dan tien weken weg geweest. Tien weken! Wat zijn die weken voorbij gevlogen en wat is het ook weer fijn om bijna naar huis te gaan.

 

 

BIJNA NAAR HUIS

Na 10 weken Zuid-Amerika op naar Nederland

Ik begon op Curaçao. Wat een dag of vijf had moeten zijn, werden er uiteindelijk tien. Ik vond het zó heerlijk om in mijn eentje op mijn heerlijke eiland te zijn dat ik er ook met gemak de volle tien weken had kunnen en willen blijven, maar de wereld is nou eenmaal groter dan de 444km² die Curaçao groot is en dus vervolgde ik mijn weg. Eerst richting Lima in Peru, waar ik écht even moest wennen aan het nieuwe land en nieuwe omgeving, maar toen ik Lima eenmaal uit was en richting de woestijn ging, ging het al wat beter.

Die woestijn was overigens geweldig en dat dat nu op dit moment al bijna twee maanden geleden is, dat is bijna niet te vatten. Ik verbleef rond een bijzonder mooie lagune míddenin de zandduinen en dat was echt heel apart. Ik vloog daarna over de beroemde Nazca-lijnen, lag drie dagen ziek op bed, bewonderde de prachtige stad Arequipa en spotte de condor in de Colca Canyon. Allemaal in Peru, allemaal in het bizar mooie land vól met nog steeds voelbare geschiedenis met als hoogtepunt de afsluiter: Machu Picchu.

Toen ik er was en op de oude ruïnes neerkeek met de Huayana Picchu erachter, voelde ik me zó bevoorrecht dat ik wel kon huilen. Het is een magische plek. Niet om die achtergebleven stenen, maar juist om wat die stenen betekend hebben. Maar dat niet alleen. De omgeving, de plateaus, de bergen, de wolken, de grote hoogte waar je je bevindt; het is een en al magisch. Je kan de plek op honderdduizend foto’s gezien hebben, het valt in het niets wanneer je er daadwerkelijk bent.

 

Over-planning kills magic

En toen een onverwachte wending. Ik ging naar Bolivia. Die stond niet op de initiële planning, maar spontane acties maken het reizen juist zo leuk. Het was net november geworden toen ik met een boot het bijna vier kilometer hoge Titicacameer op ging en langs het meer de grens over ging. Het Peruaanse deel was bijzonder, maar legendes zeggen dat het eiland Isla del Sol aan de Boliviaanse kant de oorsprong van de Inca’s huist en dat is natuurlijk bijzonder om met eigen ogen te zien.

De lichamelijke ongemakken hielden niet op. Ik had last van iets waar ik jullie niet mee zal lastig vallen, maar dat het pijn deed, dat is zeker. Toch ging ik op tour. Drie dagen richting de beroemde zoutvlaktes van Bolivia en hoewel ik er op sommige momenten kapót ging van de pijn, is daar op de foto’s niets van te zien. Het overschaduwde alle pracht van de plekken waar ik kwam wel enigszins. We sliepen op de meest aftandse plekken waar we niet konden douchen, dus ik was blij dat ik na drie dagen, twee nachtbussen, twee stenen bedden en vier dagen niet douchen weer in de bewoonde wereld kwam.

In La Paz bleef ik nog een paar dagen en toen vloog ik als de wiedeweerga richting het land waar ik zo naar uitgekeken had: Colombia! En ik had een primeur, want ik vloog via Lima en de vlucht tussen Lima en Medellín was een nieuwe. Ik zat in de allereerste vlucht van deze maatschappij ooit en dat vroeg om een feestje. Er was een dj aan boord, er werd gedanst, gedronken en gezongen en het was uiteindelijk de allerleukste vlucht die ik ooit heb gehad.

 

Colombia!

En toen kwam Medellín. Twintig jaar geleden nog levensgevaarlijk, vandaag de dag een plek waar ik met gemak zou kunnen wonen. Ik bleef er uiteindelijk langer dan een week, maar dat kwam ook omdat ik nog aan het bijkomen was van mijn lichamelijke ellende en omdat ik het gewoon even rustig aan wilde doen. Ik bingete een paar seizoenen van Suits weg in mijn hotelkamer en ontdekte de stad helemaal op mijn eigen manier. Geen haast, geen druk, gewoon relaxt. Heerlijk.

In Guatapé was het vervolgens rustig en kalm en sereen en daar genoot ik twee dagen van en vanuit daar ging ik met de allerlaatste nachtbus die ik ooit nam richting Salento om mijn kunsten als koffieplukker te showen. Welk plaatsje kleurrijker is, durf ik niet te zeggen, maar ik vind ze bizar veel op elkaar lijken en beide hebben een fijn sfeertje. Ik ging er dus koffiebonen plukken op een koffieplantage op zaterdag en op zondag hikete ik naar de állerhoogste palmbomen ter wereld in Valle de Cocora.

Met het vliegtuig ging ik vervolgens naar het noorden, rechtstreeks naar Cartagena. Cartagena is zonder twijfel de allermooiste stad van Colombia. Ik ben nog niet eens in Bogotá geweest, maar ik weet nu al dat die stad niet kan tippen aan de heerlijke Caribische sfeer en zinderende hitte van Cartagena. Instant in love zou je het kunnen noemen. Ik verbleef in de wijk Getsemani in het oude historische centrum en het is er zo lekker rauw dat ik er gewoon kriebels van in mijn buik krijg als ik door de straten en steegjes en over de pleinen wandel.

 

Bijna naar huis

En ook al verlengde ik mijn verblijf tot twee keer toe, ik kon niet eeuwig in Cartagena blijven. Ik ging naar het strand, naar Palomino. Er waren weer twee busritjes voor nodig en een taxichauffeur die me probeerde op te lichten, maar uiteindelijk kwam het allemaal goed en ben ik nu – as we speak – al drie dagen in deze heerlijke strandplaats. Er is hier geen moer te doen, van asfalt op straat hebben ze nog nooit gehoord en daarom is het de perfécte plek om deze wederom knotsgekke, zinderende reis door een deel mijn allerliefste continent af te sluiten.

Of dit de laatste keer was dat ik in Zuid-Amerika ben? Ha! Wat denk je zelf? Dit continent zit in mijn hart. Hoewel de landen allemaal enorm van elkaar verschillen, de landschappen anders zijn, de klimaten anders zijn ben ik helemaal in mijn nopjes hier en dat zal denk ik altijd wel zo blijven. O, het heeft ook z’n keerzijde hoor, want ik heb me denk ik wel honderd keer afgevraagd of het hier ook 2018 is, maar da’s niks nieuws en geeft ook juist de charme. Het rauwe, het ongerepte, het ongepolijste, het vriendelijke, het primitieve, het directe, het langzame, het warme en zinderende, alles gewoon.

Maar goed, eerst terug naar Nederland, waar het natuurlijk ook fijn is. Mijn nichtjes die naast tekeningen voor de sint ook tekeningen voor mij maken (toch?), de baby’s die zijn geboren terwijl ik weg was en een dikke, vette frikandel speciaal; daar kijk ik het meeste naar uit!

En in 2019? Dan reizen we gewoon verder! Hasta la próxima!

 

Meer verhalen uit m’n travel journal? Lees ook:

MEER UIT M’N TRAVEL JOURNAL

Share via
Copy link
Powered by Social Snap