Visum run naar Singapore. Hoezó ging ik naar Singapore ten tijde van het coronavirus? Zo ergens in de vierde week van mijn verblijf hier op Bali kwam ik, terwijl ik ergens een cappuccino zat te drinken, in gesprek met een jongen. Een Brit. Het gesprek duurde hooguit tien minuten, maar we spraken over veel. Bijvoorbeeld dat hij ook een tijdje op Bali woonde, locatie-onafhankelijk werkte en hoe we tegenwoordig geen bezittingen meer willen hebben, dat we eindelijk (weer) beseffen dat het leven gaat om ervaringen en niet om materie en meer van zulke diepe onderwerpen.
Ook zei hij dat hij overwoog om naar Singapore te gaan, omdat hij laat was met verlengen van zijn visum en had gehoord dat het heel veel gedoe was en daarom dus een paar dagen het land uit zou gaan. Maar Singapore ten tijde van het coronavirus was misschien toch niet heel verstandig. Dus overweeg hij ook Perth, want dat lag in Australië (Austrálië!) en was maar vier uurtjes vliegen van Bali; hij wist het nog niet zeker.
VISUM RUN NAAR SINGAPORE TEN TIJDE VAN HET CORONAVIRUS
Waarom ik vanuit Bali even 48 uur in Singapore was
Ik lachte een beetje en liet hem niet merken dat ik schrok. Want het verlengen van mijn eigen visum, daar had ik in al die weken hier op Bali nog geen seconde aan gedacht. Mijn visum had een einddatum van dertig dagen na mijn aankomstdatum en na een klein rekensommetje concludeerde ik dat ik onderhand wel eens aan de slag mocht, zo in die vierde week. Terug in mijn hotel checkte ik ons aller internet om erachter te komen hoe het verlengen precies in z’n werk ging en ik dacht terug aan de jongen.
Drie keer zou ik op en neer moeten naar een kantoortje en dat zou zomaar eens twee weken in beslag kunnen nemen. Ik schrok nu niet, want die eerste schok was al voorbij, ik dacht alleen maar: dat wordt een paar dagen escapen naar Singapore. Ik geloof dat het donderdags was dat ik tot al deze conclusies kwam en zondag ’s ochtends zat ik in een vliegtuig vol mondkapjes naar het land van de orde en netheid. In 2011 was ik er al eens, maar toen was er nog geen coronavirus en nu wel, dus helemaal gerust was ik er niet op. Maar goed, ik had weinig keus. Ik moest Indonesië uit en álle Aziatische landen waren inmiddels bestookt door het virus, dus ik had niet echt veel andere opties. Singapore leek mij het leukst, vooral omdat ik de plek al kende en ik kreeg gelijk.
Mooi niet dat ik dat coronavirus ging oplopen
Man, wat was het heerlijk om even twee dagen in deze snikhete metropool rond te dwalen. Bij aankomst was ik echt best een beetje bang; ik dacht dat iedereen om mij heen het coronavirus zou hebben, maar al snel werd ik iets losser. Ik pakte bij aankomst gewoon de metro, maar bleef zoveel mogelijk bij mensen uit de buurt. Bij het kopen van het metrokaartje drukte ik op de kaartjesmachine op allerlei knopjes en ik desinfecteerde mijn handen meteen met sanitizer. In de dagen erna zou blijken hoe bewust ik me werd van mijn handen, wat ik allemaal met ze doe en sanitizede ik me wat af. Mooi niet dat ik dat virus ging oplopen.
Eerlijk is eerlijk: ik overwoog ook echt wel om twee dagen in mijn kamer te blijven. Gewoon om geen risico te lopen in Singapore ten tijde van het coronavirus. De paniek die er in de wereld is, is ook mij niet ontgaan, ondanks dat er hier in Bali weinig aandacht voor is. Ik kijk bijna dagelijks Jinek terug om een beetje op de hoogte te blijven van wat er zich in Nederland afspeelt en ook de Nederlandse kranten lees ik wel geregeld. Het is vaak switchen tussen corona en Brazes (wat een kleuters!); als ik van het een weer op de hoogte ben, is bij het ander onderwerp weer nieuws. Zó snel gaat het.
Anyway, omdat de paniek om het coronavirus zo groot is, denk je automatisch dat dat is omdat het virus hartstikke dodelijk is en krijg je er als vanzelf allerlei superenge gedachtes bij. Maar een beetje verdieping in de feiten laat zien dat dat allemaal best wel meevalt. Ik zou het virus met gemak overleven. Het zou alleen zo onhandig zijn wanneer íédereen tegelijkertijd ziek is. Want wie moet wie dan verzorgen?
Ik probeerde tevergeefs mondkapjes en sanitizer te kopen
Toch probeerde ik op de eerste ochtend tevergeefs mondkapjes en extra sanitizer te kopen, maar alles was overal uitverkocht. Dat had ik kunnen weten, want zelfs in Europa is alles zo ongeveer uitverkocht (en zijn er zelfs kapjes uit een ziekenhuis gestolen las ik gisteren, jongens wat een idioterie!), maar gelukkig had ik nog drie halfvolle potjes hygiënehandgel en dat kwam nu in Singapore waar een dag voordat ik aankwam nog een vrouw overleed aan het coronavirus, heel goed van pas.
Bij elk knopje op een atm, op de metromachine of in de lift dat ik aanraakte, desinfecteerde ik mijn handen meteen met sanitizer. En ook tussendoor, als ik opeens aandrang voelde, want dat gebeurt dan vanzelf als je in zo’n alertheidstatus bent, pakte ik het potje sanitizer er steeds bij. Ik bleef maar bezig. En omdat ik het potje sanitizer vastpakte met mijn handen, maakte ik zelfs het potje sanitizer schoon met sanitizer.
Ik vermeed de leuning van roltrappen (niks nieuws eigenlijk) en in de metro hield ik me nergens aan vast, ook niet als ik moest staan. Ik werd me in die 48 uur enorm bewust van wat ik zoals met mijn handen doe op een dag en raakte mijn gezicht zo min mogelijk aan. Als ik terugkwam in mijn hotelkamer waste ik mijn handen en armen (want het was er warm, dus ik droeg geen mouwen) en voelde ik mij net een van de interns en residents van Grey’s Anatomy before they scrub in.
Hoe Singapore was? Fantástisch!
Hoe Singapore verder was? Fantástisch! Ik hou van die stad en jemig, wat was het fijn om na al die weken op een eiland in een dorp wat ik maar weinig aan vind, weer heerlijk in de metro te kunnen en rond te kunnen dwalen tussen mensen en gebouwen. Singapore heeft een van de mooiste skylines ooit. De gebouwen die qua maat en vormgeving perfect op elkaar zijn afgestemd veranderen in allerlei tinten tijdens zonsondergang waarin de lucht soms oranje en zelfs paars kleurt. Je kunt alleen maar ademloos toekijken.
Maar het allertofst in Singapore vind ik toch echt wel Gardens by de Bay. Mijn god, wat een bizarre plek. Het is een megagroot stadspark, een enorme tuin in de stad. Er zijn namaakbossen, er zijn bloementuinen, allerlei soorten orchideeën, er zijn perféct aangelegde tuintjes en er staan tot 50 meter hoge superbomen. Allemaal nep natuurlijk – hoewel de supertrees wel zijn ‘bekleed’ met echte planten en bloemen – maar wel heel indrukwekkend. Het is zo’n raar idee om te beseffen dat er natuur geplet is om een stad te bouwen en dat die natuur vervolgens in zo’n bizarre vorm weer terugkomt. Er komen echt miljoenen bezoekers op af en dat is logisch en raar tegelijk.
Is de mens zo zelfingenomen dat we onze eigen creaties mooier vinden dan die van moeder natuur?
Want er zijn nog talloze plekken op deze wereld waar je direct middenin de echte natuur kunt zijn, zelfs niet eens heel ver van Singapore vandaan. Wat dacht je van de jungles van Maleisië waar je de zuurstof zo ongeveer kunt proeven? Gecreëerd door Moeder Natuur herself en toch trekken de kunstmatige supertrees in Singapore al die bezoekers. Zijn wij mensen dan zo’n zelfingenomen volkje zijn dat we onze ‘eigen’ creaties bijzonderder vinden dan dat wat de aarde ons altijd al geeft? Of is dat het hem juist? Omdat de aarde het ons sowieso wel geeft, nemen we het for granted en pas op het moment dat we zelf de aardse creaties gaan nabootsen wordt onze aandacht getrokken? Food for thought, als je het mij vraagt.
Toch moet ik wel echt bekennen dat ik zwaar onder de indruk was van de Gardens by de Bay. Het park is inmiddels iconisch geworden voor Singapore, precies zoals de bedoeling was bij het aanleggen ervan. In die 48 uur die ik in Singapore was ben ik eigenlijk op geen enkele andere plek geweest dan rond het Bayfront, behalve dan in de metro en in Little India, omdat daar mijn kamer stond. Het was een verdomd goed idee dus om even twee dagen naar Singapore te gaan, ook al was het min of meer noodgedwongen en ook nog ten tijde van het coronavirus.
Tot zover ben ik nog niet ziek, zwak of misselijk en ik ga ervan uit dat dat zo blijft. Ik ben gewoon weer terug op Bali en zit gewoon weer dagelijks achter m’n laptopje. Tot de volgende update!
Meer uit m’n travel journal? Lees ook: